Van Leeuwarden naar Arnhem
Wiecher wordt op 19 april 1921 geboren in Leeuwarden, 14 maanden na zijn broer Henk.
School
Wiecher ging met zijn broer naar de christelijke Van Löben Selsschool (lagere school) aan de Dalweg in Arnhem. En daarna vermoedelijk ook naar het Christelijk Lyceum (1933) aan de Utrechtseweg.
Distributie stamkaart
Op de distributie stamkaart van Wiecher van 22 sept. 1939 (datum van afgifte) staat bij beroep: kantoorbediende. Het is niet duidelijk waar hij kantoorbediende is maar vermoedelijk bij z’n vader op kantoor (assuradeur).
Op de tweede distributie stamkaart van Wiecher staat bij beroep: schrijver Gem Pol/President
Politie Arnhem
Wiecher is ambtenaar bij de politie Arnhem – afd. bestuursdienst.
Wiecher wordt regelmatig (mei-okt ’41) opgeroepen door burgemeester Bloemers om Duitse eigendommen te bewaken. In verband met sabotage moeten mannen meehelpen met het bewaken van telefoondraden.
Verzet
Al vroeg namen de jongens via gereformeerde jongerenkringen deel aan illegale acties. Zo hielpen zij joden met onderduiken en voorzagen zij een ‘eigen’ groep joden van distributie (bron NIOD).
Vanuit zijn functie bij de politie geeft Wiecher belangrijke informatie en aanstaande arrestaties door aan het verzet.
Wiecher heeft werk bij de politie kan thuis blijven wonen terwijl broer Henk wordt opgeroepen voor de Arbeidsdienst en moet onderduiken.
Behalve belangrijke informatie van de politie doorspelen aan het verzet helpt Wiecher Henk bij zijn werkzaamheden waar hij kan.
Broers helpen elkaar
Wiecher wordt zowel in Amsterdam als de Achterhoek samen met Henk gesignaleerd. Hij wordt ook een vaste kracht van Trouw.
Hij bezoekt regelmatig ’t Hemeldal en ’t Hoekske waar zijn broer ondergedoken zit. Wiecher is ook actief betrokken bij de bevrijding van 54 gevangen uit het Huis van Bewaring. Hij voorziet oa. gevangen genomen Eef Zwarts (’t Hemeldal) van een fiets voor zijn vluchtroute.
Als Henk 27 juni 1944 wordt gearresteerd komt het gevaar wel erg dichtbij. De druk op het verzet en vooral op Trouw medewerkers wordt door de SD opgevoerd.
Henk schrijft in zijn brieven uit de gevangenis dan Wiecher voorzichtig moet zijn.
Arrestatie Chris, Evert en Wiecher
Chris Boven (LO Gelderland) werd op 9 augustus 1944 als gevolg van verraad door een koerierster aangehouden op de Koerierscentrale in Utrecht. Na een week biechtte hij op waar Evert Boven (provinciaal leider ) zat ondergedoken, in de veronderstelling dat deze inmiddels veilig elders zat.
Bij de arrestatie van Evert (Nico) Boven (14 augustus) heeft de SD ook een briefje van Wiecher in de schuilplaats gevonden. Deze was juist die avond daarvoor door hem bezorgd. Het betrof belangrijke inlichtingen over arrestaties en aanhoudingen. Wiecher moest nu op zijn hoede zijn.
Wiecher wordt op 21 augustus gearresteerd door de SD nadat hij was bevorderd door Politie President Walraven tot brigadier. Hij werd per auto gebracht naar het S.D.-gebouw waar hij herhaaldelijk werd verhoord (niet erg mishandeld).
Op 23 Aug. om 23.00 uur werd hij ingesloten in de Koepel strafgevangenis waar hij blijkbaar door een vergissing wordt ingesloten samen met Evert (Nico). Hier konden zij nog veel bepreken.
Vertrek naar Vught
Op 25 augustus vertrekt hij om 5.00 uur in gezelschap van Chris en Evert Boven en mevr. Kuipers Rietberg (tante Riek) uit Winterswijk op transport naar Vught. In Vught waren zij vanuit de bunker getuige van de massa-executies van begin sept. ‘44. Een paar ernstige dagen hebben zij mee gemaakt toen 500 gevangenen werden gefusilleerd.
In Vught ontmoeten Wiecher en Henk elkaar weer. Wiecher werkt in de keuken en Henk bij Philips.
Wiecher, Chris en Evert worden op 6 sept. ’44 (de dag na dolle dinsdag) naar Sachsenhausen getransporteerd. In de met 80 man gevulde wagon waren Chris, Nico (Evert) en Wiecher weer bij elkaar.
Heinkelfabrieken – Sachsenhausen
Bij dat transport hadden zij voldoende te eten, zelfs zoveel dat zij bij aankomst te Sachsenhausen nog over hadden en aan de hongerende medegevangenen konden uitdelen. Daaronder was ook Henk die een dag eerder uit Vught was vervoerd en dat transport had veel te weinig eten gehad.
Op 7 september gaan Henk & Wiecher weer op transport naar de Heinkelfabrieken (wapens). Daar slapen hij samen op één krib.
Van 15-10-’44 – 21-10-44 gaan Henk & Wiecher op transport naar Neuengamme. Zes dagen zitten de broers in een wagon. Tijdens het transport worden zij langs de wegen bekogeld door het Duitse volk en met modder en vuil. Het was 150C in Hamburg.
Concentratiekamp Neuengamme
Bij aankomst 21 oktober werden zij ondergebracht in het carantaine blok. Henk gevangen No.584I6. – block 15. Wiecher gevangen No. 58417 – block 15.
Henk & Wiecher delen samen één krib en worden ingedeeld bij het klinkercommando (ook wel doodscommando genoemd).
De jongens moesten klei graven en met lorries vervoeren naar de steenfabriek. Deze stenen werden door Hitler gebruikt voor de bouw van zijn grootste kantoor en kade in Hamburg.
Dood
Wiecher kon na een maand al niet meer vooruit. De ontberingen waren te groot. Henk kon nog werken.
Eind november moet Wiecher naar de rivier (ziekenbarak) vanwege ernstige buikstoring. Op verzoek mocht Henk hem naar de rivier brengen. Daarvoor hadden zij samen in de barak nog over Arnhem gepraat. Hier heeft Henk ernstig (en blijmoedig) met Wiecher nog kunnen praten over de lijdensweg en het hemelleven waarna hij voor Wiechers behoud nog heeft gebeden.
Wiecher overlijdt 2 dagen later op 3 Dec. 1944 om 3.30 uur in de ziekenbarak. Het was 60C in Hamburg.
Gedenken
9 juni 1946 wordt een gedenksteen van de gevallenen van de gereformeerde gemeente Westerkerk door ds. Overduin onthuld.
Tekst dienst: ‘Hendrik en Wiecher de Jong werden in Trouw genoemd: ‘Principiele, trouwe, correcte medewerkers. In vele vertakkingen van het verzetswerk waren zij actief. De bevrijding van 50 gevangen uit het Arnhemsche huis van bewaring op den bewuste Zondagmiddag werd mee door hen voorbereid: zij waren bij die bevrijding aanwezig. Op den veelbelovenden leeftijd van 23 en 25 jaar overleden zij te Neuengamme. Zij dienden hun Vaderland, omdat zij daarin den Heere wenschten te dienen. En dat met jeugdigen moed en enthousiasme. Want wij weten dat zoo ons aardsche huis dezes tabelnakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.’
Deze steen hangt nu in de Eusebiuskerk in Arnhem.